‘Ik dacht altijd dat ik wat meer tijd voor mezelf zou krijgen, zodra de kinderen op de middelbare school zouden zitten, maar niets is minder waar. Sinds mijn ouders zijn gaan kwakkelen, is mijn hulp daar steeds vaker gewenst. Ik kom er toch zeker vier keer per week om te helpen. En dan heb ik het nog niet eens over de boodschappen en de was die ik voor hen doe. Dan heb ik natuurlijk ook nog mijn baan én thuis vragen mijn gezin en het huishouden uiteraard ook de nodige aandacht. Ik ben zo onderhand bekaf en weet niet hoelang ik dit allemaal nog kan volhouden … ‘
Energievreters
Marianne Kremer: ‘Dit is een bekend verschijnsel waar deze zogenoemde ‘sandwichgeneratie’ tegenaan loopt. Je bent continu aan het zorgen voor anderen en probeert het iedereen naar de zin te maken. Daarbij verlies je jezelf echter uit het oog en dat begint je op een gegeven moment op te breken. Als je niet oppast, kan het zelfs tot een (beginnende) burn-out leiden. Soms heb je in zo’n geval iemand nodig, die je helpt om de balans terug te vinden. Die ‘iemand’ kan ik voor je zijn. We gaan eerst kijken wat voor jou de grootste energievreters zijn en of er mogelijkheden zijn om die bezigheden op een andere manier in te vullen. Soms kunnen kleine veranderingen al veel verschil maken. Daarnaast gaan we ook in gesprek over wat jou energie geeft en wat ervoor zorgt dat jij die ontspanning niet kunt nemen.’
Bewustwording
‘Vaak is dat stukje bewustwording al heel verhelderend. Plan momenten in om jezelf weer even op te laden. Samen met je partner een lekkere wandeling maken of een avondje uitgaan. Met je kinderen pannenkoeken bakken of een gezellig gourmetten. Een uurtje zwemmen of een middag naar de sauna. Of een huishoudelijke hulp inhuren die ervoor zorgt dat je huis schoon en opgeruimd blijft. Voor elk budget zijn er wel manieren te bedenken om energievreters aan te pakken en ontspanmomenten in te plannen. Je moet het meestal wel een aantal keer doen voordat het in je systeem zit. Daarom maken we een paar afspraken, zodat we de voortgang kunnen bespreken en kunnen benoemen wat er allemaal al goed is gegaan.’